Kennis organische meststoffen en middelen onontbeerlijk bij natuurinclusieve teelt
Vonk & NLG Holland werkten in het kader van optimale kennisuitwisseling samen op het gebied van natuurinclusief telen: een mooie samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. In een carrouselvorm hebben bollenteeltstudenten drie keer les gekregen op locatie, hier hebben zes leden bollentelers van NLG aan meegewerkt. Deze onderwijsmodule, Toekomstbestendige Bollenteelt, heeft daarmee een nieuw invulling gekregen.
In de eerste week bezochten zij het bedrijf van Huiberts Biologische Bloembollen. John Huiberts & Jon Smakman, die het bedrijf per 1 januari 2025 overneemt, vertelden over hun drijfveren, de teelt en hoe zij verwachten over 10 jaar nog bollen te kunnen telen in harmonie met de omgeving. Huiberts bracht veel kennis in vooral over bodem, bodemleven en het voeden van planten via de bodem. Kennis die hij naar eigen zeggen op school nooit leerde. Op het eigen bedrijf produceert Huiberts niet alleen compost en Bokashi, maar ook brandnetelthee. Verder noemde hij machines die bij deze teeltwijze worden ingezet, zoals een mulcher. De telers van NLG ontwikkelden samen een groenbemestermix die breed wordt ingezet en natuurlijk ook hier ter sprake kwam Studenten stelden veel praktische vragen en gingen naar huis met een vernieuwd perspectief.
De tweede bijenkomst vond opnieuw plaats in het leslokaal van Biodivers Perspectief bij Huiberts in Burgerbrug. Deze keer kwamen Nico Blokker en Carlo van Schagen aan het woord. Nu blijkt dat maatregelen die je kunt nemen behoorlijk maatwerk zijn. Heb je minder land, dan ga je anders met rustgewassen en wintervoedselakkers om. Dat heeft tot gevolg dat bij een iets intensievere bollenteelt wel kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet, al is het met mate. Opmerkelijk is bijvoorbeeld de toevoeging van Veggiewash, wat ervoor zorgt dat dompelvloeistof beter doordringt en waardoor op chemie wordt bespaard. Blokker vervangt op het land waar mogelijk chemie door biologie, bijvoorbeeld wanneer hij organisch minerale meststoffen toepast en bodemverbeteraars die een boost geven aan het bodemleven. Het uitwisselen van merken en leveranciers is voor studenten interessant, want steeds meer gaan thuis aan de slag met alternatieven en het aanbod is zowel breed als onoverzichtelijk.
De derde bijeenkomst vond plaats in Andijk bij J.C.J. Ruiter Wever. Nu was de beurt aan Stef Ruiter en Peter Zonneveld (Julianadorp) en het accent zou komen te liggen op mechanisatie en financiën. Ruiter gaf uitleg bij meerdere innovaties, zoals het precisiespuiten, de Robot One die in ontwikkeling is, en de zuurscheider. Volgens de teler zijn grote stappen te maken als je natuurinclusief telen combineert met precisietechnieken en de inzet van ‘geleerde camera’s’. Nu horen de studenten dat er niet één recept is voor Bokashi, net zoals telers restafval op verschillende manieren composteren. Bij Ruiter op de klei is de grondbewerking (wel of niet ploegen of frezen) anders en kan land niet onder water worden gezet. Ook nu passeren weer productnamen de revue die bij gangbare telers, maar ook in traditioneel lesmateriaal niet voorkomen, zoals Protamylasse, steenmeelmengsels, bacteriepreparaten, mycorrhiza enzovoort. Over de financiën is Zonneveld duidelijk. De grootste kostenpost is de ruime vruchtwisseling of wel extensievere teelt. Meer opbrengst wordt niet uit de markt gehaald, NLG is geen certificaat, maar leden van NLG krijgen wel voorrang bij Provincies, banken en landverhuurders. Daarnaast zijn er ANV-vergoedingen (voor bijvoorbeeld akkerranden) en innovatiesubsidies (op teeltwijzen en/of mechanisatie) die voor sommige bedrijven investeringen sneller rendabel maken.